Samenwerkende Kwaliteitsregistraties (SKR) concluderen: kwaliteit van geleverde zorg in 2020 op peil gebleven maar grote zorgen over effecten van uitgestelde zorg

21 juni 2021
Het coronavirus heeft over heel 2020 een grote impact gehad op de reguliere zorg in Nederland. Het aantal opgenomen en behandelde patiënten is met name tijdens de eerste golf gedaald en er is een stuwmeer aan nog niet behandelde patiënten ontstaan. Beschikbare gegevens laten zien dat de kwaliteit van de geleverde zorg op peil is gebleven. Er zijn echter grote zorgen over de effecten van uitgestelde zorg. Bij enkele ziektebeelden zijn er voorzichtige aanwijzingen dat patiënten met verder gevorderde aandoeningen zich in het ziekenhuis melden. Dat concluderen de Samenwerkende Kwaliteitsregistraties (SKR), in afstemming met de betrokken wetenschappelijke verenigingen, in een nieuw rapport dat deze week verschijnt. Voor het onderzoek hebben de SKR data geanalyseerd uit landelijke kwaliteitsregistraties, die een breed scala aan diagnoses en behandelingen registreren. Hierdoor is het mogelijk om de kwaliteit van geleverde zorg in 2020 te vergelijken met die van voorgaande jaren. De definitieve resultaten worden op 21 en 22 juni gepresenteerd tijdens het IMPACT Congres.
Daling opgenomen en behandelde patiënten

Binnen alle onderzochte domeinen is het aantal opgenomen of behandelde patiënten in 2020 gedaald ten opzichte van voorgaande jaren (2018/2019). Deze afname is het meest uitgesproken tijdens de eerste COVID-19-golf.

Binnen de acute zorg is er ondanks het spoedeisende karakter van de onderzochte aandoeningen een daling te zien in acute ziekenhuis- en IC-opnamen. Bas van Bussel, bestuurslid van Nationale Intensive Care Evaluatie en intensivist: “We zien in de eerste golf een afname van bijvoorbeeld 20% minder acute trauma opnames, tot 15% minder behandelingen voor hartinfarcten, 9% minder patiënten met een herseninfarct en 24% minder spoedoperaties bij een gebarsten aneurysma van de buikslagader.”

Deze opvallende daling vond vooral tijdens de eerste COVID-19 golf plaats. Terughoudendheid van patiënten om met hun klachten medische hulp te zoeken kan hier aan ten grondslag hebben gelegen. Van Bussel: “Bij veel acute aandoeningen, zoals hersen- en hartinfarcten heeft dit vrijwel zeker geleid tot blijvende gezondheidsschade omdat behandelingen niet uitgesteld kunnen worden. Na oproepen in de media vanuit de beroepsverenigingen van medisch specialisten begin april 2020, lijkt de terughoudendheid van patiënten verminderd te zijn en zijn er weer meer acute behandelingen uitgevoerd.”

Ook in de oncologie werden er in 2020 bij 13 verschillende tumorsoorten 2000 complexe operaties minder gerapporteerd dan in voorgaande jaren: een daling van 11%. Uit cijfers van de transplantatieregistratie blijkt dat het aantal postmortale orgaandonaties en transplantaties tijdens de eerste golf met bijna de helft is afgenomen. Tijdens de tweede golf was dit aantal weer op het niveau van voor de coronapandemie.

De meest opvallende daling in zowel de eerste golf als tweede golf heeft echter plaatsgevonden in de electieve zorg, bijvoorbeeld bij patiënten bij wie knie-, heup- of borstprotheses geplaatst moesten worden. Maagverkleiningsoperaties voor obesitas daalden tijdens de eerste golf zelfs enkele weken tot nul. Grote zorgen zijn er over het ‘stuwmeer’ van uitgestelde behandelingen omdat dit bij electieve behandelingen kan leiden tot gezondheidsschade op kortere of langere termijn. Sjoerd Bulstra, voorzitter van de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten: “Het uitstellen van knie- en heupvervangingen heeft grote impact op de kwaliteit van leven van patiënten. Patiënten die wachten op een behandeling voor hun heup en of knie ervaren veel pijn, een slechte mobiliteit en ernstige beperkingen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Daarbij komt dat door uitstel het resultaat van de behandeling minder zal zijn dan als er op tijd behandeld zou worden. Dat effect werkt een leven lang door. De uitdaging is om deze opgelopen wachttijden, ondanks een al geruime tijd zwaar belaste, te zuinig afgestelde zorg, toch in te halen.”

Druk op de zorg

Ondanks de daling in het aantal reguliere patiënten, maken de SKR gegevens duidelijk dat de druk op de IC-, operatie- en verpleegafdelingen in 2020 ongewoon hoog was. Patiënten werden na een operatie minder vaak naar de IC gebracht, waardoor complexere zorg op de verpleegafdelingen is geleverd. Ook zijn patiënten gemiddeld iets eerder uit het ziekenhuis ontslagen. Indien er een goed behandelalternatief was voor een operatie is daar in 2020 vaker gebruik van gemaakt, zoals het inzetten van hormonale therapie bij borstkanker en stereotactische bestraling bij laagstadium longkanker.

“Tijdens de coronapandemie zijn er soms andere behandelkeuzes gemaakt, om overbelaste afdelingen te ontzien, maar vooral ook om kwetsbare patiënten niet in een situatie te brengen waarin een coronabesmetting fatale gevolgen zou kunnen hebben”, aldus Michel Wouters, die namens de SKR het onderzoek leidt. “Ondanks de hoge druk lijkt de patiëntveiligheid echter niet in het geding te zijn geweest; we zien over het algemeen geen stijging in complicaties of overlijden aan complicaties. Een grote prestatie van het ziekenhuispersoneel in Nederland, dat ondanks alle druk op de afdelingen en risico’s van coronabesmettingen veilige zorg is blijven leveren.”

Lessen uit de eerste golf

“Bij veel ziektebeelden zijn direct al lessen getrokken uit de situatie tijdens de eerste golf, waardoor het zorgproces aangepast kon worden”, zegt Paul Nederkoorn, vasculair neuroloog in het Amsterdam UMC en voorzitter van de Dutch Acute Stroke Audit. “Bij de behandeling van een acuut herseninfarct is een zo kort mogelijke tijd tussen binnenkomst van de patiënt in het ziekenhuis en de start van de behandeling, van groot belang voor het herstel van de patiënt. Elke minuut telt. Tijdens de eerste golf was de tijd tussen binnenkomst en behandeling iets langer dan in voorgaande jaren. Tijdens de tweede golf was deze behandeltijd echter weer normaal. Het aanpassen van de processen rondom de acute behandeling, op basis van opgedane ervaringen in de eerste golf, zorgde ervoor  dat er ook tijdens een epidemie optimale acute beroertezorg geleverd kan blijven worden.”

Deze trend is ook terug te zien bij acute orgaantransplantaties. Door het opzetten van een goede infrastructuur, communicatie en landelijke afspraken tussen ziekenhuizen, het RIVM en de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care om orgaandonaties en transplantaties te blijven faciliteren, ondanks de druk op de IC’s, konden de verschillende transplantatieprogramma’s zo goed als mogelijk doorgang vinden na de eerste golf.

Uitgestelde zorg

De onderzoekers spreken op meerdere plaatsen in het rapport hun zorg uit over de effecten van uitgestelde behandelingen en diagnostiek. Het noodgedwongen uitstel van hartoperaties, stopzetten van bevolkingsonderzoeken, maar ook het stuwmeer aan electieve behandelingen dat zich gevormd heeft, kan tot gezondheidsschade leiden.

“Binnen de niet-acute cardiochirurgische zorg zien we nu al dat door dit uitstel een groot stuwmeer aan uitgestelde zorg is ontstaan”, zegt Jerry Braun, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVT) namens de Nederlandse Hart Registratie (NHR). “Het gaat hier om aandoeningen waarbij er een risico bestaat op permanente gezondheidsschade dan wel verlies van levensjaren bij langdurig uitstel van de operatie. Om deze achterstand in te halen zijn extra middelen en capaciteit heel hard nodig.”

Binnen de dialysezorg lijkt het erop dat tijdens de eerste golf bij oudere patiënten de start van dialysebehandeling is uitgesteld. Deze achterstand is later weer ingehaald. Een belangrijk gevolg van de COVID-19-pandemie is dat in 2020 minder nierpatiënten, een daling van 13%, een donornier hebben ontvangen met mogelijk negatieve gevolgen voor hun gezondheid. Een transplantatie zorgt voor een betere overleving en ook voor een betere kwaliteit van leven.

Er zijn aanwijzingen dat er nu al patiënten met verder gevorderde aandoeningen naar het ziekenhuis komen, bijvoorbeeld bij melanomen en longkanker, of dat electieve ingrepen acuut zijn geworden. Wouters: “Het is daarom van belang om ook de effecten van de coronapandemie op de langere termijn te blijven volgen. De samenwerking tussen de SKR en de Samenwerkende Dataverwerkers (SDV) is daarom essentieel voor het blijven monitoren van de kwaliteit van zorg in Nederland.”

Het rapport toont alleen de resultaten van 2020. Het komende jaar zullen de SKR de data van 2021 analyseren en het rapport updaten om zo een completer beeld te geven van de impact van COVID-19 op de reguliere zorg.

Over SKR IMPACT Report

Vanuit de SKR is het IMPACT Report een initiatief van DICA, LROI, LTR-LNAZ, Nefrovisie, NHR, NICE, NTS en Perined. Samen hebben zij in kaart gebracht wat de impact is geweest van de COVID-19 pandemie en van de beleidsmaatregelen die zijn genomen om de druk op de zorg tegen te gaan. Binnen zes domeinen is er onderzoek gedaan: acute zorg, urgente zorg, cardiovasculaire zorg, orthopedische zorg, electieve zorg en chronisch zorg. Binnen deze domeinen wordt een vergelijking gemaakt van het aantal diagnoses of behandelingen, karakteristieken van de behandelde patiënten, de behandeleigenschappen, procesfactoren zoals wachttijden, de indicaties voor een ingreep en de (kortetermijn)uitkomsten in verschillende periodes in 2020.