Opzet onderzoek

Om de impact van de COVID-19 pandemie op de (ziekenhuis)zorg in 2020 te kunnen evalueren wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van gegevens uit landelijke kwaliteitsregistraties. Deze kwaliteitsregistraties verzamelen al een ruim aantal jaren gegevens over de kwaliteit van zorg. Hierdoor is het mogelijk om de (kwaliteit van) zorg geleverd in 2020 te vergelijken met die in voorgaande jaren. Echter, niet voor elke diagnose of behandeling is er een kwaliteitsregistratie. Het betreft dus geen epidemiologisch of ziekenhuiszorg dekkend onderzoek, maar de onderzochte ziektebeelden vormen een breed scala aan diagnosen en behandelingen uitgevoerd in de Nederlandse zorginstellingen.

Vergelijking periodes
In alle hoofdstukken wordt een vergelijking gemaakt van het aantal diagnoses of behandelingen, karakteristieken van de (behandelde) patiënten, de behandeleigenschappen (bijvoorbeeld het type behandelingen), procesfactoren zoals de gemiddelde wachttijd tot een behandeling, de indicaties voor een ingreep en de kortetermijnuitkomsten (van de behandelingen) in verschillende periodes in 2020. Op basis van de gegevens van de Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) over het aantal opnames van COVID-19 patiënten op de IC en op verpleegafdelingen van Nederlandse ziekenhuizen hebben wij de volgende periodes in 2020 apart bekeken en vergeleken met een referentieperiode (2018-2019):

• Eerste golf: 16 maart t/m 24 mei 2020
• Tussenperiode: 25 mei t/m 20 september 2020
• Tweede golf: 21 september t/m 27 december 2020

Voor de Intensive Care registratie – en voor andere registraties waarvoor de IC-capaciteit een belangrijke factor is – hanteren wij een iets latere start van de tweede golf. We zien in de tweede golf aanvankelijk dat het aantal patiënten op de IC nog meeviel en met enige vertraging toenam ten opzichte van het aantal ‘COVID-19-bewezen’ patiënten in het ziekenhuis. Voor de tussenperiode en de tweede golf worden de volgende definities gehanteerd (dit staat ook expliciet in de hoofdstukken vermeld):

• Eerste golf 16 maart t/m 24 mei 2020
• Tussenperiode: 25 mei t/m 4 oktober 2020
• Tweede golf: 5 oktober t/m 27 december 2020

De periodes zijn vastgesteld op basis van het totaal aantal ‘COVID-19-bewezen’ patiënten in het ziekenhuis of op de IC. In de eerste en tweede golf lag dit aantal boven de 500 patiënten op de verpleegafdeling of 200 patiënten op de IC, landelijk (Figuur 1).

Dezelfde periodes, eerste golf, tussenperiode, tweede golf, hebben wij ook gehanteerd bij vergelijkingen tussen verschillende regio’s. Uit data van de NICE is namelijk af te leiden dat in alle regio’s de pieken op ongeveer hetzelfde moment begonnen.

Daarbij hebben wij steeds een vergelijking gemaakt tussen de hierboven gedefinieerde periodes en een referentieperiode. Voor de referentieperiode is het gemiddelde van dezelfde periode in 2018 en 2019 genomen. Indien sprake was van een sterke trend over de afgelopen jaren dan is daarvoor gecorrigeerd of alleen vergeleken met 2019.

Figuur 1 Aantal bewezen COVID-19 patiënten per week, op de IC en op de andere verpleegafdelingen

Geobserveerde en verwachte aantallen
Om te analyseren of het aantal geobserveerde patiënten in 2020 hetzelfde is gebleven als verwacht op basis van de getallen van 2018 en 2019, hebben wij in de verschillende hoofdstukken gewerkt met de ratio tussen de geobserveerde aantallen en de verwachtte aantallen: de zogenoemde O/E ratio (observed/expected ratio).

Hiervoor wordt het aantal geobserveerde patiënten in een bepaalde periode in 2020 gedeeld door het gemiddelde aantal patiënten in de referentieperiode. Een O/E ratio groter dan 1 betekent dat het aantal patiënten hoger is dan verwacht op basis van eerdere jaren en een O/E ratio kleiner dan 1 betekent dat er minder patiënten waren dan verwacht.

Het verloop van de O/E ratio laten wij zien in de tijd. Hierbij gebruiken wij verschillende tijdseenheden. Sommige registraties laten een figuur zien met O/E ratio’s per week of per maand, andere een tabel met O/E ratio’s per periode van de COVID-19-pandemie (eerste golf, tussenperiode, tweede golf). Deze keuze is gebaseerd op de aantallen patiënten die worden behandeld.

Indien de ratio per week wordt getoond, wordt er over deze ratio een voortschrijdend gemiddelde berekend over drie weken (het gemiddelde wordt genomen over de ratio van de week zelf, de week ervoor en de week erna).

Regionale verschillen
Regionale verschillen hebben wij in kaart gebracht door de verhouding van het aantal behandelingen en het aantal verwachte behandelingen (O/E ratio) per regio. Dit wordt weergegeven in een landkaart.

De regio-indeling van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) is hiervoor gebruikt, dat is de indeling in zogenaamde ROAZ-regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorgketen). Alle ziekenhuizen en behandelcentra zijn ingedeeld op basis van de postcode-indeling van de LNAZ.

Naast de ROAZ-regio’s wordt gekeken naar een driedeling in Noord, Midden, Zuid. Deze driedeling bestaat uit de volgende ROAZ-regio’s:

Noord:                Noord-NL, Noordwest, SpoedzorgNet AMC, Zwolle en Euregio
Midden:               West en Midden-NL
Zuid:                 Zuidwest, Brabant, Limburg, Oost

Statistische analyse
Voor de vergelijking van de drie periodes met de referentieperiodes hebben wij verschillende statistische toetsen toegepast:

  • Normaal verdeelde continue variabelen zijn samengevat met een gemiddelde per periode. Het verschil met de referentieperiode is getoetst met een t-toets;
  • Niet-normaal verdeelde continue variabelen zijn weergegeven met de mediaan. Het verschil met de referentieperiode is getoetst met de Mann-Whitney-U toets;
  • Van categoriale variabelen is het aantal en percentage per categorie weergegeven en het verschil met de referentieperiode is getoetst met de Chi-kwadraat toets;
  • Het verschil in aantallen per periode is getoetst met de Poisson toets.