Samenvatting

Het coronavirus heeft over heel 2020 een grote impact gehad op de reguliere zorg in Nederland. Het aantal opgenomen en behandelde patiënten is met name tijdens de eerste golf gedaald en er is een stuwmeer aan nog niet behandelde patiënten ontstaan. Beschikbare gegevens uit landelijke kwaliteitsregistraties laten zien dat de kwaliteit van de geleverde zorg op peil is gebleven. Er zijn echter grote zorgen over de effecten van uitgestelde zorg. Bij enkele ziektebeelden zijn er voorzichtige aanwijzingen dat patiënten met verder gevorderde aandoeningen zich in het ziekenhuis melden.

Onderzoekers die meewerkten aan dit rapport hebben data gehaald uit een aantal landelijke kwaliteitsregistraties die binnen het initiatief Samenwerkende Kwaliteitsregistraties (SKR) samenwerken. In dit rapport is onderzoek gedaan naar de impact van COVID-19 op de reguliere zorg binnen zes domeinen: acute zorg, oncologische zorg, orthopedische zorg, cardiovasculaire zorg, electieve zorg en chronische zorg.

Daling opgenomen en behandelde patiënten

Binnen alle onderzochte domeinen is het aantal opgenomen of behandelde patiënten in 2020 gedaald ten opzichte van voorgaande jaren (2018/2019). Deze afname is het meest uitgesproken tijdens de eerste COVID-19-golf.

Binnen de acute zorg is er ondanks het spoedeisende karakter van de onderzochte aandoeningen een daling te zien in acute ziekenhuis- en IC-opnamen. In de eerste golf is een afname van bijvoorbeeld 20% minder acute trauma opnames, tot 15% minder behandelingen voor hartinfarcten, 9% minder patiënten met een herseninfarct en 24% minder spoedoperaties bij een gebarsten aneurysma van de buikslagader te zien.

Deze opvallende daling vond vooral tijdens de eerste COVID-19 golf plaats. Terughoudendheid van patiënten om met hun klachten medische hulp te zoeken kan hieraan ten grondslag hebben gelegen. Bij veel acute aandoeningen, zoals hersen- en hartinfarcten heeft dit vrijwel zeker geleid tot blijvende gezondheidsschade omdat behandelingen niet uitgesteld kunnen worden. Na oproepen in de media vanuit de beroepsverenigingen van medisch specialisten begin april 2020, lijkt de terughoudendheid van patiënten verminderd te zijn en zijn er weer meer acute behandelingen uitgevoerd.

Ook in de oncologie werden er in 2020 bij 13 verschillende tumorsoorten 2000 complexe operaties minder gerapporteerd dan in voorgaande jaren: een daling van 11%. Uit cijfers van de transplantatieregistratie blijkt dat het aantal postmortale orgaandonaties en transplantaties tijdens de eerste golf met bijna de helft is afgenomen. Tijdens de tweede golf was dit aantal weer op het niveau van voor de coronapandemie.

De meest opvallende daling in zowel de eerste golf als tweede golf heeft echter plaatsgevonden in de electieve zorg, bijvoorbeeld bij patiënten bij wie knie-, heup- of borstprotheses geplaatst moesten worden. Maagverkleiningsoperaties voor obesitas daalden tijdens de eerste golf zelfs enkele weken tot nul. Grote zorgen zijn er over het ‘stuwmeer’ van uitgestelde behandelingen omdat dit bij electieve behandelingen kan leiden tot gezondheidsschade op kortere of langere termijn. Ook kan dit grote impact hebben op de kwaliteit van leven patiënten.

Druk op de zorg

Ondanks de daling in het aantal reguliere patiënten, was de druk op de IC-, operatie- en verpleegafdelingen in 2020 ongewoon hoog. Patiënten werden na een operatie minder vaak naar de IC gebracht, waardoor complexere zorg op de verpleegafdelingen is geleverd. Ook zijn patiënten gemiddeld iets eerder uit het ziekenhuis ontslagen. Indien er een goed behandelalternatief was voor een operatie is daar in 2020 vaker gebruik van gemaakt, zoals het inzetten van hormonale therapie bij borstkanker en stereotactische bestraling bij laagstadium longkanker.

Uit de cijfers blijkt dat tijdens de coronapandemie soms andere behandelkeuzes gemaakt, om overbelaste afdelingen te ontzien, maar vooral ook om kwetsbare patiënten niet in een situatie te brengen waarin een coronabesmetting fatale gevolgen zou kunnen hebben. Ondanks de hoge druk lijkt de patiëntveiligheid niet in het geding te zijn geweest; we zien over het algemeen geen stijging in complicaties of overlijden aan complicaties.

Lessen uit de eerste golf

Bij veel ziektebeelden zijn er direct al lessen getrokken uit de situatie tijdens de eerste golf, waardoor zorgprocessen aangepast konden worden. Dit is bijvoorbeeld terug te zien bij de behandeling van een acuut herseninfarct. Tijdens de eerste golf was de tijd tussen binnenkomst en behandeling iets langer dan in voorgaande jaren. Tijdens de tweede golf was deze behandeltijd echter weer normaal. Het aanpassen van de processen rondom de acute behandeling, op basis van opgedane ervaringen in de eerste golf, zorgde ervoor dat optimale zorg geleverd kon blijven worden.

Uitgestelde zorg

De onderzoekers spreken op meerdere plaatsen in het rapport hun zorg uit over de effecten van uitgestelde behandelingen en diagnostiek. Het noodgedwongen uitstel van hartoperaties, stopzetten van bevolkingsonderzoeken, maar ook het stuwmeer aan electieve behandelingen dat zich gevormd heeft, kan tot gezondheidsschade leiden.

Binnen de dialysezorg lijkt het erop dat tijdens de eerste golf bij oudere patiënten de start van dialysebehandeling is uitgesteld. Deze achterstand is later weer ingehaald. Een belangrijk gevolg van de COVID-19-pandemie is dat in 2020 minder nierpatiënten, een daling van 13%, een donornier hebben ontvangen met mogelijk negatieve gevolgen voor hun gezondheid. Een transplantatie zorgt voor een betere overleving en ook voor een betere kwaliteit van leven.

Ook zijn er aanwijzingen dat er nu al patiënten met verder gevorderde aandoeningen naar het ziekenhuis komen, bijvoorbeeld bij melanomen en longkanker, of dat electieve ingrepen acuut zijn geworden.

Het rapport toont alleen de resultaten van 2020. Het komende jaar zullen de SKR de data van 2021 analyseren en het rapport updaten om zo een completer beeld te geven van de impact van COVID-19 op de reguliere zorg.